Surfers Paradise. De club geniet al genoeg faam zodat een voorstelling niet meer nodig is. Indien U echter het fijne achter de schermen wilt weten, klik dan maar aan en ... oordeel zelf.


 

VZW TER DIJK is niet tegen Surfers Paradise op zijn huidige lokatie.

De locatie van deze sportclub vormt voor ons geen probleem. Waar we wél tegen zijn is het feit dat deze surfclub alle faciliteiten van een heus restaurant heeft en dat op een oneerlijke manier uitbuit zonder zich aan de wettelijke regels te houden betreffende het restaurantwezen en de hygiëne.

Het clubhuis werd in 1998 gebouwd zonder enige vergunning. De werken die op dat ogenblik net begonnen waren (er lagen een aantal houten balken) werden door de adjunct van de directeur, de heer Maenhout van het AWZ, stilgelegd op 03.03.1998. Op 07.04.198 beloofde Surfers Paradise de bouwaanvraag administratief in orde te brengen via de gemeente. Nog diezelfde dag diende de gemeente als bouwheer, via schepen Gilbert De Groote, een bouwaanvraag in (Nummer 96/98 ). Deze werd, na ongunstig advies van het AHROM (dienst ruimtelijke ordening) opnieuw geweigerd. Het stadsbestuur liet echter begaan en gaf de mondelinge toelating om verder te bouwen! Surfers Paradise kon zijn ‘afbreekbaar’ clubhuis opbouwen. Jammer genoeg viel niemand over het feit dat het stadsbestuur hier met twee onwaarheden én een grove nalatigheid uitpakte:

1. Zo vermeldden ze de onwaarheid dat de nieuwe vestiging kaderde binnen het planologisch en juridisch kader van de zeewering.

2. Ze vergaten ook te vernoemen dat het gebouw een verdieping telde alsook een stalen uitkijktoren.

3. Er werd met geen woord gerept over het feit dat Surfers Paradise helemaal niet(!) afbreekbaar was.

Dergelijke normenvervlakking gebeurt in Knokke maar al te vaak. Zolang men de juiste persoon op de juiste plaats binnen het gemeentebestuur kent kan en mag alles!

Het feit dat het stadsbestuur in deze zaak meer dan een beschermende hand boven het hoofd hield speelde een grote rol. In plaats van zich enkel te houden aan sportactiviteiten, zoals dat hoorde, vond de club het nodig om, in overtreding met zowat alle reglementeringen, feesten en barbecues te organiseren. Ook met de openingsuren nam de clubverantwoordelijke het niet zo nauw en in de winter werd rustig verder gefeest. Dit kon niet door de beugel!

Toen daarover een deurwaardersverslag werd opgemaakt veranderde het stadsbestuur het jaar daarop de reglementering. Nu mochten de sportclubs het gehele jaar openblijven.

Dit allemaal voor een huurprijs van ongeveer € 1200 per jaar. Daarbovenop kreeg de club ook nog eens € 1500 van de gemeente om de riolering aan te leggen. Dit werd later via een bezwaar bij de gouverneur aangeklaagd door een ambtenaar. De gemeente moest in 2005 het geld terugvorderen.

Nadat geprobeerd was om de zaken mondeling te bespreken zag onze vereniging zich gedwongen om gerechtelijke stappen te ondernemen. Na het verzamelen van een aantal officiële vaststellingen betreffende de overtredingen, werd er door middel van een advokaat klacht ingediend.

Gezien de raadsheer er niet zeker van was dat de oneerlijke concurrentie zou kunnen worden bewezen, fundeerde hij de klacht op het bouwmisdrijf dat reeds vaststond. Daar de bouwovertreding rechtstreeks oorzaak was van de mogelijkheid tot oneerlijke concurrentie, werden de vaststellingen betreffende deze overtredingen aan de eerste klacht gekoppeld.

In 2002, voordat VZW TER DIJK Surfers Paradise aanklaagde, werd een allerlaatste poging ondernomen met de burgemeester tot een vergelijk te komen. Burgemeester Lippens liet ons weten dat "hij geld en tijd had en we nooit konden winnen" Daarnaast zei hij: "Laat surfers Paradise maar met rust, zij moeten toch weg.Tegen de zomer wordt de parking afgebroken en komt er een appartementsgebouw. Ge denkt toch niet dat iemand die miljoenen betaalt voor de rust een luidruchtige club voor zijn deur wil! "

We geloofden de burgemeester niet, dachten dat we voor de zoveelste keer zouden worden belazerd en gingen verder met onze klacht. Deze werd ingediend bij de procureur.

Na een grondig onderzoek werd onze klacht ontvankelijk verklaard.

Wat we niet verwacht hadden gebeurde: de rechter gaf na grondig onderzoek door de gerechtelijke politie, de VZW TER DIJK op alle punten gelijk!

Beter nog, hij achtte de oneerlijke concurrentie volledig bewezen (doordat er echter geen klacht was, werd daarvoor ook geen strafmaat uitgesproken) en verwees Surfers Paradise door naar de correctionele rechtbank. De zaak kwam voor op 15 maart 2005, maar werd verdaagd.

Ondertussen hebben andere feiten de problematiek rond Surfers Paradise achterhaald.

De burgemeester (die 12 jaar geleden zijn overwinning aan de +/- 650 stemmen van Frank van Leenhove te danken had) heeft ondertussen stiekem handeltje gedreven met de ‘groene jongens’. In ruil voor de toestemming om zijn duur appartementsgebouw op te trekken werd een nieuwe groene zone ingericht, en Surfers Paradise werd opgeofferd.

Twee jaar voordat er sprake was van een nieuwe locatie voor Surfers Paradise wist onze waarde burgemeester al dat Surfers Paradise moest verdwijnen!

Destijds had de burgemeester de populaire Frank van Leenhove nodig. Met een clubgebouw op deze plaats bestond er een kans het gehele gebied van ‘groengebied’ naar ‘recreatiegebied’ om te zetten, om het daarna in te kleuren als bouwgrond! Zo ontstond de mogelijkheid het gehele gebied op een later tijdstip te verkavelen. Iedereen herinnert zich nog de talrijke plannen met betrekking tot het gebied: van congrescentrum tot haven! Men kan dus zich afvragen wat er dan met de surfclub zou zijn gebeurd.

Maar de kern van de problematiek is dat Surfers Paradise eenvoudigweg alle wetten overtreedt!

Uiteindelijk speelt het stadsbestuur, doordat ze de ‘schoothondjes’ zijn van onze burgervader, vuil spel. Zolang onze burgemeester Frank van Leenhove bruikbaar vond, was hij (Frank) de ‘voorvechter’ van het toerisme, een ‘voorbeeld’ om te volgen. Dat daarbij zowat alle wetten werden overtreden kon onze waarde burgemeester worst wezen.

Maar nu hij zelf een miljardenwinst kon realiseren was Surfers Paradise plotseling een last geworden. Zijn winsten kwamen in het gedrang en dat kon natuurlijk niet.

Nochtans was de oplossing eenvoudig geweest. Het stadsbestuur had namelijk beslist dat de vroegere Channel Club niet meer mocht bestaan. Blijkbaar was de uitbaatster niet echt geliefd bij de burgemeester. Vandaar dat het stadsbestuur er geen probleem van maakte toen de ligplaats van de boten van deze club door de Provincie werd verboden. De club, wiens inkomen afhankelijk was van de booteigenaars was verplicht de boeken neer te leggen en de zaak over te laten.

Surfers Paradise had zich hier kunnen herlokaliseren, maar dat gebeurde niet. Kon de afbreekbare club niet worden verplaatst, dan was € 150.000 te veel. Rekende Surfers Paradise nog op de steun van de burgemeester, of was men eenvoudigweg niet op de hoogte van een eventuele overname?

Daarenboven, de nieuwe, meer mondaine eigenaar, River Woods lag ook beter in de gratie van de burgemeester.

Frank van Leenhove werd dus twee keer bedrogen door het stadsbestuur! Als dat geen staaltje van hypocrisie en Machiavellisme is. En dan verwacht zo’n stadsbestuur burgerzin van zijn inwoners?

Ondertussen lapt Surfers Paradise nog altijd alle reglementen aan zijn laars. Zo worden er nog regelmatig, niettegenstaande het verbod om na 24 uur nog te feesten, feesten georganiseerd en worden onder het mom van een VZW voor niet leden heuse horeca - activiteiten uitgevoerd.